Selecteer een pagina

Door: Pieter Verbeek:

De circulaire economie krijgt steeds meer vorm binnen veel gemeenten. Hoe krijg je mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt daarin mee? Constans Pos begon deze vraag als wethouder in het Gelderse Rheden te onderzoeken. Dankzij een workshop van het Centrum voor Arbeidsmarktinnovatie krijgt dit idee nu concrete vormen. ‘Circulaire economie is een economie van ons allemaal’.

Circulaire economie was één van de portefeuilles die Pos tot en met vorig jaar als wethouder had. Een van de uitdagingen daarbij was om te kijken hoe inwoners meer bij een circulaire economie betrokken kunnen worden en hoe deze mensen zonder werk iets kan opleveren. “De circulaire economie is een economie van ons allemaal, niet van de grote bedrijven en multinationals”, stelt Pos, nog steeds actief in de lokale politiek als gemeenteraadslid voor GroenLinks. “Je kunt het zodanig organiseren dat het werk eerlijker verdeeld wordt.”

Betrek de particuliere omgeving erbij

Op zoek naar de antwoorden bij de pilot kwam hij in contact met onderzoeker Jan Jonker van de Radboud Universiteit die langdurig onderzoek doet naar het circulaire bedrijfsleven. “Hij stelde dat we juist ook de particuliere omgeving erbij moeten betrekken, de inwoners dus”, vertelt Pos. “Dat begint al bij afval scheiden, of je nieuw of tweedehands koopt of je eigen groente verbouwt. Hij was voor mij de inspirator voor de pilots rond circulaire economie. Als je dan ziet hoe de werkloosheid hier toeneemt ondanks dat de economie groeit, dan weet je dat er iets moet gebeuren.”

Rheden en omgeving kent namelijk bovengemiddelde werkloosheidscijfers. Hier, aan de rand van natuurpark Veluwezoom, zijn traditioneel weinig bedrijven gevestigd. Pos: “Van de ongeveer duizend mensen met uitkering wordt ongeveer de helft niet bereikt met arbeidsmarktmaatregelen. Op zoek naar antwoorden om hen erbij te betrekken kwam ik verder in contact met de organisatie Circles oost, waar onder meer werkgeversorganisaties, instituten en overheden met elkaar afspraken maken over circulaire economie.”

Een sociaal klimaatbeleid

Het zette Pos verder aan het denken. Wat nou als je de uitkeringen kunt omzetten in loon en mensen stimuleert om in de eigen woonomgeving te gaan werken aan bijvoorbeeld duurzaamheid? “Zo kun je klimaatbeleid echt sociaal maken”, stelt hij. “Zo kunnen we met circulaire economie op lokaal niveau bijdragen aan het tegengaan van klimaatverandering. Denk aan het vergroenen van stenen tuinen, het aanleggen van meer groen in wijken, op natuurlijke wijze laten filtreren van afvoerwater, en het door de eigen wijkbewoners schoon en veilig houden van de wijk. Ook werkzaamheden die het sociale karakter van de werk versterken, behoren daartoe.”

Door dit werk zullen uitkeringsgerechtigden ook meer betrokken raken bij de wijk, stelt Pos. “De mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt zijn behoorlijk gedepriveerd geraakt. Ze zijn thuisgebonden en nemen minder deel aan een vereniging of andere activiteiten. Daarnaast leven ze relatief ongezond, worden minder oud en komen relatief vaak bij de dokter. Hun kinderen doen het slechter op school want ze groeien op in een prikkelarme omgeving. Door ze te betrekken bij de eigen wijk kunnen we ze weer laten doen opbloeien in hun eigen omgeving. Als we ze weten te motiveren om de eigen buurt schoon, veilig en duurzaam te houden, krijgen ze daarvoor weer waardering van hun buurtgenoten, en zo komen ze dan langzamerhand weer mee. Met uiteindelijk het effect dat ze meer zelfvertrouwen ontwikkelen, gezonder worden, en hun kinderen het beter gaan doen op school. Mede hierdoor zal men minder beroep gaan doen op allerlei voorzieningen.”

Workshop Centrum voor Arbeidsmarktinnovatie

Via Circles kwam Pos bij een workshop terecht van het Centrum voor Arbeidsmarktinnovatie, waar zijn verhaal meteen een snaar raakte. “Toen ik mijn idee inbracht om uitkeringsgerechtigden werk te bieden en in te zetten bij de circulaire economie, werd meteen de agenda van de workshop omgebogen en ging een groot deel van de groep met mijn casus aan de slag. Na de workshop hebben we een aantal ontmoetingen georganiseerd, die zijn begeleid door het Centrum voor Arbeidsmarktinnovatie, de regionale Dialoogtafel. Hierin zijn we uiteindelijk met een achttal mensen verder gegaan, waaronder een ambtenaar, iemand uit de Leefbaarheidsalliantie, zzp’ers die verstand hebben van duurzaamheid en arbeidsmarkt, iemand vanuit het Werkbedrijf en ex-wethouders, waaronder ik.”

De verantwoordelijkheid ligt in de wijk

Op dit moment kijkt deze werkgroep concreet naar drie pilots hoe dit idee in drie wijken kan worden toegepast. “We willen de verantwoordelijkheid voor de banen, inclusief het werkgeverschap zo goed mogelijk borgen in de wijken. Hier in de gemeente Rheden zijn er bijvoorbeeld vier wijkinitiatieven op het gebied van klimaat en duurzaamheid. In de uitvoering van die projecten moet er heel wat werk worden verricht. Wij denken dat deze initiatieven best bereid zijn om ploegjes te vormen van wijkbewoners die nu werkloos zijn. Een van de deelnemers van onze club ontdekte hoe we uitkeringen tien jaar lang kunnen inzetten als deel van het loon. Dat dekt dan ongeveer 75% van het minimum loon. Daarmee kunnen we mensen begeleiden van een arbeidsloze naar een arbeidsvolle situatie. Driekwart van het minimum loon hebben we daarmee gedekt door de uitkeringen. Hoe vullen we de andere 25% aan? Wat nu als je de mensen laat inhuren voor een tientje per uur? Dan zijn we er. Deze middelen vind je in de klimaatdoelen die bereikt worden.”

Overigens kost dat nog wel wat tijd. De meeste mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt missen arbeidsritme. “Het moet daarom stap voor stap gebeuren”, legt Pos uit. “We beginnen bijvoorbeeld met 5 of 8 uur per week. We hebben nu de boel op papier staan en gaan dus de wijken in. De medewerking van de bewoners is daarbij essentieel. We zoeken nog subsidie, want we willen hen meteen iets kunnen bieden. De aanvraag voor provincie en gemeente ligt klaar. De gemeente moet dan ook meedoen, en bijvoorbeeld dialoogtafels organiseren in de wijk met bewoners en bewonersorganisaties met de vraag ‘hoe pakken we het met elkaar aan?’ Dit moet binnen enkele maanden zijn georganiseerd. Eind van het jaar willen we de eerste resultaten hebben. Als ik niet op de workshop van het Centrum voor Arbeidsmarktinnovatie terecht was gekomen was dit nooit zo ver gekomen. De samenleving is er rijp voor.”